Kijk me in de ogen, Jan Huisamen (Mozaëk)

Willy Wouters (De Boekenmolen, Meliskerke) | 15 mei 2014

‘Meneer, ik haat Abraham Klink! Ik haat hem als de lepelhond die mijn lammetjes steelt. Ik haat hem als de tarweluis die mijn akker afvreet tot er geen korreltje over is. Ik haat hem als de kogelspin die in een korenschoof kruipt en je bijt als je er eentje optilt.’ Katryn Jonis kan dan een ongeletterde, Zuid-Afrikaanse plattelandsvrouw zijn, haar woordenschat is niet te stuiten en bepaald bloemrijk te noemen. Het is haar enige wapen om de strop om haar nek te weren. Ze wordt verdacht van de moord op de zoon van haar blanke aartsvijand en heeft geen schijn van kans in het rechtssysteem van 1959. Toch weet ze door haar woordenstroom en scherpe waarneming het tij te keren. De lezer wordt met vaart in de Nama-cultuur en het verhaal getrokken. Ik ben dol op sterke vrouwen en Katryn is er één die goed geportretteerd is. De afloop van Kijk me in de ogen mag dan ietsjes onwaarschijnlijk zijn, het verhaal blijft erom spannen.

Log snel in of word abonnee van Boekblad
  • Dit artikel bevat nog minimaal 0 woorden
Nog geen abonnement op Boekblad?

Profiteer van onze voordelige abonnementen.

Nu abonnee worden