De huisgenoten, Sarah Waters (Nijgh & Van Ditmar)

Marijke van den Engel (boekverkoper in between jobs) | 9 oktober 2014

Het vorige boek van Sarah Waters vond ik tegenvallen. Er kwamen iets teveel spoken en geesten in voor. In De huisgenoten heeft ze weer vastere grond onder haar voeten. Het is 1922. De mannelijke verwanten van een moeder en dochter zijn gesneuveld in de Eerste Wereldoorlog. De vrouwen die vroeger in welstand leefden zijn verarmd. Om rond te komen verhuren zijkamers. De oudere vrouw is een snob en hoopt dat de buren niets zien van hun achteruitgang. Daarom noemen zij hun huurders – een jong echtpaar van een lagere sociale status – ‘huisgenoten’. Met hen komt er een geheel andere wereld binnen. Hoe deze twee werelden zich met elkaar verhouden vind ik het meest interessant in het boek. Ook het feit dat de Eerste Wereldoorlog zoveel mannen heeft weggevaagd uit de samenleving en de vrouwen hierop een antwoord moeten vinden met nieuwe waarden en normen, beschrijft Waters boeiend. Minder geslaagd vind ik dat je al snel ziet aankomen waar het naar toegaat met Frances, de dochter en Lilian, de vrouw van het echtpaar. Hun liefdesverhouding wordt op zijn Wateriaans beschreven en dat ken ik nu wel.

Log snel in of word abonnee van Boekblad
  • Dit artikel bevat nog minimaal 0 woorden
Nog geen abonnement op Boekblad?

Profiteer van onze voordelige abonnementen.

Nu abonnee worden